De sector landbouw en landgebruik draagt bij aan de realisatie van het nationale emissiereductiedoel met maatregelen in de veehouderij, de glastuinbouw en het landgebruik. De indicatieve restemissiedoelen in 2030 zijn 18,9 Mton CO₂-eq. voor de landbouw en 1,8-2,7 Mton CO₂-eq. voor het landgebruik. Emissiereductie in de veehouderij wordt bereikt door maatregelen die de emissies uit dieren, stallen en mest verlagen. In de glastuinbouw leidt energiebesparing en het gebruik van duurzame energie tot emissiereductie. Het klimaatbeleid omtrent landgebruik heeft betrekking op veenweidegebieden, bomen, bossen en natuur en landbouwbodems. De inzet van maatregelen moet leiden tot zowel een reductie van broeikasgasemissies als een toename van koolstofvastlegging.
Over de sector landbouw en landgebruik
De sector landbouw en landgebruik draagt bij aan de realisatie van het nationale emissiereductiedoel met maatregelen in de veehouderij, de glastuinbouw en het landgebruik. De indicatieve restemissiedoelen in 2030 zijn 18,9 Mton CO₂-eq. voor de landbouw en 1,8-2,7 Mton CO₂-eq. voor het landgebruik. Emissiereductie in de veehouderij wordt bereikt door maatregelen die de emissies uit dieren, stallen en mest verlagen. In de glastuinbouw leidt energiebesparing en het gebruik van duurzame energie tot emissiereductie. Het klimaatbeleid omtrent landgebruik heeft betrekking op veenweidegebieden, bomen, bossen en natuur en landbouwbodems. De inzet van maatregelen moet leiden tot zowel een reductie van broeikasgasemissies als een toename van koolstofvastlegging.
Veehouderij
Emissiereductie in de veehouderij wordt bereikt door maatregelen die de emissies uit dieren, stallen en mest verlagen. Wat betreft emissies uit dieren zijn de eerste resultaten van het onderzoek naar het effect van beweiden en ruwvoerrantsoen op methaanemissie in de melkveehouderij beschikbaar. De innovatieprojecten die zijn gehonoreerd tijdens de eerste, tweede en derde openstelling van de innovatiemodule van de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming laten zien dat door innovaties in stal- en managementmaatregelen de methaanemissie van een (combinatie van) veehouderijbedrijf/ven met meer dan 50% gereduceerd kan worden. Ten aanzien van dierlijke mestverwerking is de pilot mineralenconcentraat relevant. In deze pilot is in 2020 circa 435.000 ton mineralenconcentraat geproduceerd, die in de Nederlandse landbouw gebruikt is als kunstmestvervanging. In het kader van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen hebben 278 varkenshouderijlocaties een overeenkomst ondertekend voor beëindiging van hun bedrijf. Het aantal varkensrechten dat hiermee definitief wordt doorgehaald is 585.852.
Emissiereductie in de veehouderij wordt bereikt door maatregelen die de emissies uit dieren, stallen en mest verlagen. Wat betreft emissies uit dieren zijn de eerste resultaten van het onderzoek naar het effect van beweiden en ruwvoerrantsoen op methaanemissie in de melkveehouderij beschikbaar. De innovatieprojecten die zijn gehonoreerd tijdens de eerste, tweede en derde openstelling van de innovatiemodule van de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming laten zien dat door innovaties in stal- en managementmaatregelen de methaanemissie van een (combinatie van) veehouderijbedrijf/ven met meer dan 50% gereduceerd kan worden. Ten aanzien van dierlijke mestverwerking is de pilot mineralenconcentraat relevant. In deze pilot is in 2020 circa 435.000 ton mineralenconcentraat geproduceerd, die in de Nederlandse landbouw gebruikt is als kunstmestvervanging. In het kader van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen hebben 278 varkenshouderijlocaties een overeenkomst ondertekend voor beëindiging van hun bedrijf. Het aantal varkensrechten dat hiermee definitief wordt doorgehaald is 585.852.
In de glastuinbouw leidt energiebesparing en het gebruik van duurzame energie tot CO₂-emissiereductie. In 2020 nam het totale energieverbruik van de glastuinbouwsector met 2% toe ten opzichte van 2019. Deze toename komt vooral door de stijging van het glastuinbouwareaal met 4%. Het verbruik van duurzame energie in de glastuinbouwsector groeide de afgelopen jaren tot 11,5 PJ in 2020. Dit is 10,5% van het totale energieverbruik van de sector in dat jaar. Het aandeel duurzame energie nam daarmee met bijna 12% toe ten opzichte van 2019. 57% van de duurzame energie is afkomstig van eigen productie, vooral van aardwarmte (36,5% van het totale verbruik van duurzame energie). Ook kocht de sector in 2020 relatief veel duurzame warmte in bij derden (36% van het totale verbruik van duurzame energie).
In de glastuinbouw leidt energiebesparing en het gebruik van duurzame energie tot CO₂-emissiereductie. In 2020 nam het totale energieverbruik van de glastuinbouwsector met 2% toe ten opzichte van 2019. Deze toename komt vooral door de stijging van het glastuinbouwareaal met 4%. Het verbruik van duurzame energie in de glastuinbouwsector groeide de afgelopen jaren tot 11,5 PJ in 2020. Dit is 10,5% van het totale energieverbruik van de sector in dat jaar. Het aandeel duurzame energie nam daarmee met bijna 12% toe ten opzichte van 2019. 57% van de duurzame energie is afkomstig van eigen productie, vooral van aardwarmte (36,5% van het totale verbruik van duurzame energie). Ook kocht de sector in 2020 relatief veel duurzame warmte in bij derden (36% van het totale verbruik van duurzame energie).
Meer over glastuinbouw
Verbruik duurzame energie glastuinbouwsector 2018-2020, 2018
Het beleid omtrent landgebruik moet leiden tot zowel een reductie van broeikasgasemissies als een toename van koolstofvastlegging, met een inzet op veenweidegebieden, bomen, bossen en natuur en landbouwbodems. Voor emissiereductie in veenweidegebieden wordt vooral ingezet op het verhogen van grondwaterstanden. Voor het vergroten van koolstofvastlegging is de inzet met name gericht op het voorkomen van ontbossing, klimaatslim beheer van bestaande en aanleg van nieuwe bomen, bossen en natuur en het bewerkstelligen van een positieve organische stofbalans in minerale landbouwbodems. Om te bepalen welke maatregelen het meest effectief zijn worden onderzoeken en pilots uitgevoerd. Voor maatregelen die bewezen effectief zijn, wordt gekeken naar zowel publieke- als private vergoedingen, waaronder de eco-regeling van het nieuwe GLB-NSP 2023-2027 en verhandelbare koolstofcertificaten.
Het beleid omtrent landgebruik moet leiden tot zowel een reductie van broeikasgasemissies als een toename van koolstofvastlegging, met een inzet op veenweidegebieden, bomen, bossen en natuur en landbouwbodems. Voor emissiereductie in veenweidegebieden wordt vooral ingezet op het verhogen van grondwaterstanden. Voor het vergroten van koolstofvastlegging is de inzet met name gericht op het voorkomen van ontbossing, klimaatslim beheer van bestaande en aanleg van nieuwe bomen, bossen en natuur en het bewerkstelligen van een positieve organische stofbalans in minerale landbouwbodems. Om te bepalen welke maatregelen het meest effectief zijn worden onderzoeken en pilots uitgevoerd. Voor maatregelen die bewezen effectief zijn, wordt gekeken naar zowel publieke- als private vergoedingen, waaronder de eco-regeling van het nieuwe GLB-NSP 2023-2027 en verhandelbare koolstofcertificaten.
Meer over landgebruik