In de uitvoering wordt gewerkt aan de volgende beleidsonderwerpen en (clusters van) afspraken. Lees de beschrijving en status door te klikken op het 'plusje'.
Veenweidegebieden
AfspraakStatus
Bestuurlijke regiegroep
Afgerond
Kennisprogramma veenweiden
Op schema
Regionale Veenweidestrategieën
Enige vertraging
Meenemen in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies
Enige vertraging
Monitoring
Op schema
Borgingssysteem
Afgerond
Uitrol
Nog niet gestart
Gemeenschappelijk landbouwbeleid voor veenweideopgave
Op schema
Stimuleren verwaarding carbon credits
Op schema
Bomen, bossen en natuur
AfspraakStatus
Instellen van een projectgroep
Afgerond
Bossenstrategie
Afgerond
Beperken ontbossing
Op schema
Vergroten vastlegging koolstof
Enige vertraging
Vergroten areaal bos, natuur en aantallen bomen
Enige vertraging
Verkennen mogelijkheden nieuw bos
Enige vertraging
Realisatie van nieuwe natuur
Enige vertraging
Stimuleren bomen en houtige landschapselementen
Op schema
Realisatie bos meenemen in omgevingsvisies
Nog niet gestart
Versterken koolstofvastlegging in de keten
Enige vertraging
Landbouwbodems en vollegrondsteelt
AfspraakStatus
Verwaarden koolstofvastlegging
Op schema
Benutten Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) - Landbouwbodems en vollegrondsteelt
Op schema
Systematiek voor bodemlabels
Op schema
Kennisopbouw en kennisdoorstroming
Op schema
Afzetmogelijkheden eiwitgewassen
Enige vertraging
Gewasderogatie
Enige vertraging
Inzet bodemverbeteraars
Enige vertraging
Herziening pachtbeleid
Enige vertraging
Veredeling eiwit- en rustgewassen
Nog niet gestart
Machines met lagere bodemdruk
Enige vertraging
Precisielandbouw
Afgerond
Infrarood bemonsteringsapparatuur
Enige vertraging
Stimuleringsregeling voor mestopslag
Enige vertraging
Herbezinning mestbeleid
Enige vertraging
Onderzoek
Op schema
Rekentools en monitoring
Enige vertraging
Randvoorwaarden
Om de transitie mogelijk te maken moeten randvoorwaarden veranderen. Het beleid en de afspraken dragen hieraan bij. De volgende indicatoren hebben betrekking op randvoorwaarden voor de transitie in de subsector landgebruik.
Veenweidegebieden
Bron:
Doel
Budget
Stand van zaken 1/5/2022
NOBV1: Real-time meten van het effect van verschillende maatregelen op CO2-emissie, grondwaterstand, bodemdaling, bodemvocht en bodemtemperatuur.
€12,5 mln.
Eerste voorlopige bevindingen (meer meetjaren noodzakelijk om conclusies te kunnen trekken):
effectiviteit van maatregelen is afhankelijk van omstandigheden zoals het weer, bodemopbouw, etc.;
verhogen van het slootwaterpeil heeft een reducerend effect op de CO2-emissie, onderwaterdrainage levert bij een slootwaterpeil tussen de grofweg -20 cm en de -50/60 cm beneden maaiveld verdere reductie op.
IBP-VP2: Economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam platteland.
€10,8 mln.
Er lopen momenteel 4 pilots in de 4 grote veenweidegebieden.
GLB pilots veenweidengebieden: Uitproberen van nieuwe combinaties van bestaande beheermaatregelen en onderzoeken van effecten daarvan op CO2-emissie, grondwaterstand, bodemdaling en andere aspecten.
€5,3 mln.
Er lopen momenteel 6 pilots.
SABE3: Draagt bij aan het opbouwen van kennis over veenweide maatregelen bij agrarisch adviseurs en in agrarische netwerken.
€0,5 mln. (1e openstelling)
Er worden momenteel 4 netwerken in veenweide ondersteund.
VIPNL4: Zo snel mogelijk vullen van de gereedschapskist voor gebiedsprocessen. Het moet ten gunste staan van de gebieden en helpen om de klimaatdoelstellingen te behalen. Samen met de regio worden onderzoeksthema’s vastgesteld waarbij de regio’s gevraagd worden om ook zelf te investeren, zodat zij kiezen voor innovaties die ze mogelijk daadwerkelijk willen implementeren.
€11,5 mln. (t/m/ 2026)
De Regiegroep veenweiden heeft voor het VIPNL vier sporen vastgesteld: water, bodem, landgebruik en integrale bedrijfsvoering, onderverdeeld in verschillende thema’s. Voor 2022 is aan de thema’s Klei in veen, Boeren op hoog water, Natte teelten en Veenmos prioriteit gegeven.
2Pilots Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
3Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie
4Veenweiden Innovatieprogramma Nederland
Bron:
Bron:
Bomen, Bossen en Natuur
Klimaatakkoord maatregelen
Uitwerking in Bossenstrategie
Voorkomen afname koolstofvastlegging door ontbossing
Wijziging van de Wet Natuurbescherming
Bovenwettelijke compensatie ontbossing in N2000-gebieden: 3.400 ha
Vergroten koolstofvastlegging door klimaatslim beheer van bestaande bossen en landschapselementen
Aanpak omgevingsfactoren
Kwaliteitsimpuls voor het bos
Maatregelen in regulier beheer
Vergroten koolstofvastlegging door aanleg van nieuwe bossen en bomen binnen en buiten Natuurnetwerk Nederland
Aanleg binnen Natuurnetwerk Nederland: 15.000 ha
Aanleg buiten Natuurnetwerk Nederland: 19.000 ha, waarvan:
beekdalen en kreekruggen: 2.000 ha
langs grote rivieren: 2.000 ha
i.c.m. de energietransitie: 3.000 ha
in steden en dorpen: 5.000 ha
i.c.m. landbouw: 7.000 ha
Bron:
Klimaatakkoord maatregelen
Uitwerking door projectteam Natte Natuur
Reductie van broeikasgasemissies en het vergroten van koolstofvastlegging door beheer en aanleg van (natte) natuur.
Maatregelen in:
Laag- en Hoogveengebieden;
Overgangsgebieden (landbouw-natuur);
Zee, kustgebieden, kwelders;
Moeras bij rivieren en op andere minerale gronden;
Open water, grote wateren (zoet).
Bron:
Landbouwbodems en vollegrondsteelt
Bron:
Veenweidegebieden
Bron:
Onderzoek, pilots en kennisdelen
Budget
Stand van zaken 1/5/2021
NOBV1: Real-time meten van het effect van verschillende maatregelen op CO2 emissie, grondwaterstand, bodemdaling, bodemvocht en bodemtemperatuur
€12,5 mln.
ca. 10 meetlocaties in diverse gebieden bij verschillende maatregelen
IBP-VP2: Economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam platteland
€10,8 mln.
4 pilots in de 4 grote veenweidegebieden
Pilots GLB: Uitproberen van nieuwe combinaties van bestaande beheermaatregelen en onderzoeken van effecten daarvan op CO2 emissie, grondwaterstand, bodemdaling en andere aspecten
€5,3 mln.
Tender gesloten op 11/4/2021, 7 aanvragen ontvangen
SABE3: Draagt bij aan het opbouwen van kennis over veenweide maatregelen bij agrarisch adviseurs en in agrarische netwerken
2Pilots Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
3Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie
Bron:
Bron:
Bomen, Bossen en Natuur
Klimaatakkoord maatregelen
Uitwerking in Bossenstrategie
Voorkomen afname koolstofvastlegging door ontbossing
Wijziging van de Wet Natuurbescherming
Bovenwettelijke compensatie ontbossing in N2000-gebieden: 3.400 ha
Vergroten koolstofvastlegging door klimaatslim beheer van bestaande bossen en landschapselementen
Aanpak omgevingsfactoren
Kwaliteitsimpuls voor het bos
Maatregelen in regulier beheer
Vergroten koolstofvastlegging door aanleg van nieuwe bossen en bomen binnen en buiten Natuurnetwerk Nederland
Aanleg binnen Natuurnetwerk Nederland: 15.000 ha
Aanleg buiten Natuurnetwerk Nederland: 19.000 ha, waarvan:
beekdalen en kreekruggen: 2.000 ha
langs grote rivieren: 2.000 ha
i.c.m. de energietransitie: 3.000 ha
in steden en dorpen: 5.000 ha
i.c.m. landbouw: 7.000 ha
Bron:
Klimaatakkoord maatregelen
Uitwerking door projectteam Natte Natuur
Reductie van broeikasgasemissies en het vergroten van koolstofvastlegging door beheer en aanleg van (natte) natuur
Er worden maatregelen voorgesteld in de volgende type (natuur) gebieden;
- Laag- en Hoogveengebieden
- Overgangsgebieden (Landbouw-Natuur)
- (bij) Zee, Kust, Kwelders
- Moeras bij rivieren en op andere minerale gronden
- Open water, grote wateren (zoet)
Bron:
Landbouwbodems en vollegrondsteelt
Bron:
Bron:
Veranderingen
Als de randvoorwaarden wijzigen, worden veranderingen in de samenleving mogelijk. De volgende indicatoren hebben betrekking op veranderingen die al zichtbaar en meetbaar zijn.
Veenweidegebieden
Bron:
Bron:
Veenweidegebieden
Bron:
Bron:
Resultaten
De volgende indicatoren hebben betrekking op meetbare resultaten in de subsector landgebruik.
Landbouwbodems en vollegrondsteelt
Bron:
Landbouwbodems en vollegrondsteelt
1 Blijvend grasland is grond met een overheersend natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen. De grond moet minimaal 5 jaar niet in de vruchtwisseling zijn opgenomen. Overheersend betekent dat de vegetatie voor minimaal 50% bestaat uit grassen of andere kruidachtige voedergewassen. Pitrus, riet en heide worden niet gezien als kruidachtig voedergewas.