De aanpak van de verduurzaming van personenauto's heeft ten doel dat in 2030 100% van de nieuwverkopen emissieloos is. Dit wordt ingevuld met batterij-elektrische (BEV) of waterstof -elektrische (FCEV) auto's.
Het percentage emissieloos in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 20% van de nieuwverkopen, bijna volledig toe te schrijven aan BEV. FCEV zit met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
De aanpak van de verduurzaming van personenauto's heeft ten doel dat in 2030 100% van de nieuwverkopen emissieloos is. Dit wordt ingevuld met batterij-elektrische (BEV) of waterstof -elektrische (FCEV) auto's.
Het percentage emissieloos in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 20% van de nieuwverkopen, bijna volledig toe te schrijven aan BEV. FCEV zit met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
In de uitvoering wordt gewerkt aan de volgende beleidsonderwerpen en (clusters van) afspraken. Lees de beschrijving en status door te klikken op het 'plusje'.
Financiële en fiscale stimulering
AfspraakStatus
Vrijstelling voor ZE van BPM t/m 2024
Op schema
Vrijstelling voor ZE van MRB tot 2025
Op schema
Aanschafsubsidie voor particuliere ZE-auto's
Op schema
Afbouw korting bijtelling EV-auto's en maximum
Op schema
Stimulering tweedehands emissieloze auto's
Op schema
Stimulering met de 'Hand aan de kraan'
Op schema
Introductie vaste voet BPM voor ZE-auto's (360 euro, vanaf 2025)
Op schema
Verhoging accijns op diesel (2021, 2023: +1ct)
Op schema
Vermindering MRB-korting voor bestelbussen
Op schema
Monitoring effecten op opcenten in periode 2021-2024
Op schema
Zwaarwegend ROB-advies
Op schema
Overleg tussen Rijk en provincies over monitoring en ROB-advies
Op schema
Flankerende maatregelen: communicatie, batterijcheck, electrificeren lease, autodelen en tweewielers
AfspraakStatus
Centrale campagne over EV
Op schema
Centrale website met info over EV voor consumenten, verkopers en beleidsmakers
Op schema
Kennis bij verkopers over EV
Op schema
Hulp voor EV-kopers bij aanvraagprocedures laadinfrastructuur
Op schema
Tool voor vergelijking brandstof- en energiekosten
Op schema
Technische trainingen voor werken aan EV en hoogspanning
Op schema
Duurzaam personeelsbeleid ter voorbereiding op komst EV
Op schema
Inzicht in levensduur en oplaadcapaciteit (inzet Europeesrechtelijk)
Op schema
Inzet gebruikte batterijen voor stabilisatie netwerk
Op schema
Inventarisatie knelpunten en belemmeringen
Op schema
Toestemming voor autodelen van elektrische private leaseauto's
Op schema
Branche-brede afspraak voor TCO inclusief energiekosten en minimum aandeel EV
Op schema
Onderzoek naar haalbaarheid tweedehands lease EV
Op schema
Aanpassing minimale huurtarieven bij privegebruik EV-deelauto v/d zaak
Op schema
Elektrificering wagenpark meenemen in onderzoek fiscale regelingen
Op schema
Elektrische deelauto's beschikbaar voor burgers
Op schema
Parkeerplaatsen voor deelauto's
Op schema
Onderzoeken mogelijkheden van campagne autodelen
Op schema
Transitie naar 100% emissieloze snorfietsen (nieuwverkoop vanaf 1/1/2025)
Op schema
Versnelling van transitie 100% emissieloze snorfietsen binnen gemeenten
Op schema
Streven naar emissieloze nieuwverkoop bromfietsen vóór 2030
Op schema
Introductie van leaseproducten voor tweewielers bezien
Op schema
Betere verzekerbaarheid van LEV's
Op schema
Nationale agenda laadinfrastructuur
AfspraakStatus
Versnellen proces
Op schema
Open protocollen en markten
Op schema
Smart charging
Op schema
Logistiek
Op schema
Veiligheid en cybersecurity
Op schema
Regionale samenwerking
Op schema
Informatievoorziening en prijstransparantie
Op schema
Innovatie
Op schema
Normeren van elektrische voertuigen (nationaal en in EU verband)
AfspraakStatus
Inzet voor stringentere EU-normen (green growth coalition)
Op schema
Rijkswagenpark volledig emissieloos in 2028
Op schema
Verdere proces
AfspraakStatus
Duurzame gedragsverandering op beste band en spanning
Op schema
Jaarlijkse monitoring door Rijksoverheid vanaf 2019
Op schema
Optimalisatie banden
Op schema
Groei naar 100.000 deelauto's in 2021
Op schema
Ontwikkelen regionale mobiliteitsplannen
Enige vertraging
Onderzoek naar drie varianten van betalen naar gebruik, schetsen en treffen van voorbereidingen
Afgerond
Randvoorwaarden
Om de transitie mogelijk te maken moeten randvoorwaarden veranderen. Het beleid en de afspraken dragen hieraan bij. De volgende indicatoren hebben betrekking op randvoorwaarden voor de transitie in de subsector personenauto's.
Aantal modellen emissieloze personenauto's per segment
De figuur geeft de ontwikkeling van het aantal Batterij-Elektrische-Voertuig-modellen weer, beschikbaar in het betreffende jaar, per segment.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). In 2020 is het aanbod bijna verdubbeld ten opzichte van het jaar 2019. Met name in de kleinere segmenten is het aanbod sterk toegenomen. Het aanbod in de A-, B- en C-segmenten is van 18 beschikbare modellen in 2019 toegenomen naar 33 in 2020. Het totaal aantal beschikbare modellen blijft naar verwachting toenemen van 48 modellen in 2020 naar circa 62 in 2021. Het aanbod waterstof-personenauto’s (FCEV, fuel cell electric vehicle) beperkt zich vooralsnog tot de Hyundai Nexo en de Toyota Mirai. Beide personenauto’s zijn modellen in segment D.
De figuur geeft de ontwikkeling van de kostprijs per marktsegment weer. Deze waarden zijn gebaseerd op de in het betreffende jaar beschikbaar gekomen modellen.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). De gemiddelde prijs is stabiel, maar door het toenemende aanbod komen er ook steeds meer betaalbare varianten op de markt. De spreiding van de prijs neemt toe. Dit is een gevolg van de toename in het aantal beschikbare modellen.
De figuur geeft de ontwikkeling van de actieradius en de kostprijs per marktsegment weer. Deze waarden zijn gebaseerd op de in het betreffende jaar beschikbaar gekomen modellen.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). De gemiddelde actieradius in segmenten A en C neemt toe, terwijl de actieradius in segmenten B en D in 2020 lager is ten opzichte van het voorgaande jaar 2019. De actieradius in het A-segment is in 2020 weliswaar flink toegenomen maar is ten opzichte van de grotere segmenten nog wel beperkt.
Uit de Elektrisch-Vervoer-monitor van de ANWB blijkt dat 40% van de automobilisten in Nederland een actieradius van 300-500 km acceptabel vindt, 46% verlangt een actieradius van meer dan 500 km en 14% vindt een actieradius van maximaal 300 km voldoende.In de segmenten B, C, D en E zijn voldoende modellen beschikbaar die aan deze actieradius eisen voldoen, in het A-segment is de actieradius in 2020 nog beperkt.
Total cost of ownership per maand per brandstof, 2020
De figuur toont de gemiddelde bezits- en gebruikskosten (total cost of ownership, TCO) voor verschillende segmenten. De aanschafkosten van een batterij-elektrische auto zijn weliswaar hoger dan voor een benzine- of dieselauto, maar de gemiddelde bezits- en gebruikskosten zijn voor de grote segmenten al lager. Voor het C-segment zijn de kosten vergelijkbaar. De kleine (A en B) segmenten zijn nog wel duurder bij gemiddeld gebruik.
In het bepalen van de TCO is uitgegaan van gemiddeld gebruik van een nieuwe personenauto, dat wil zeggen een gebruiksduur van 4 jaar en een gemiddeld afgelegde afstand van 15.000 km/jaar.
Afhankelijk van het gebruikspatroon zou de TCO van een BEV voor de een goedkoper kunnen zijn dan die van een fossiel voertuig, terwijl dat voor de ander nog niet zo is. Daarnaast speelt bij de keuze voor een overstap ook de zogenaamde overstapdrempel een rol waardoor een lagere TCO niet automatisch tot een overstap leidt.
De figuren tonen het gebruik van de SEPP-regeling voor particulieren, deze regeling is vanaf 4 juni 2020 gestart.
Er is een budget voor zowel nieuwe als gebruikte elektrische voertuigen (EV's). In totaal was € 10 miljoen euro (2.500 nieuwe particuliere EV’s) budget beschikbaar voor nieuwe EV's in 2020, in 2021 was € 14,4 miljoen beschikbaar (3.600 nieuwe particuliere EV’s). Voor de komende jaren (t/m 2025) is er nog € 116,6 miljoen beschikbaar wat naar schatting neerkomt op 40.000 EV's.
Voor gebruikte EV's is in 2020 en 2021 in totaal € 20,7 miljoen beschikbaar gesteld. Op het moment van schrijven, augustus 2021, is ook dit bedrag volledig uitgekeerd. Voor de komende jaren (t/m 2024) is er nog € 71,8 miljoen beschikbaar wat neerkomt op ongeveer 36.000 EV's.
Het voornemen is om zowel voor nieuw als voor gebruikt ieder € 18,3 miljoen aan subsidiebudget in 2022 beschikbaar te stellen.
Aantal modellen emissieloze personenauto's per segment
De figuur geeft de ontwikkeling van het aantal Batterij-Elektrische-Voertuig-modellen weer, beschikbaar in het betreffende jaar, per segment.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). In 2020 is het aanbod bijna verdubbeld ten opzichte van het jaar 2019. Met name in de kleinere segmenten is het aanbod sterk toegenomen. Het aanbod in de A-, B- en C-segmenten is van 18 beschikbare modellen in 2019 toegenomen naar 33 in 2020. Het totaal aantal beschikbare modellen blijft naar verwachting toenemen van 48 modellen in 2020 naar circa 62 in 2021. Het aanbod waterstof-personenauto’s (FCEV, fuel cell electric vehicle) beperkt zich vooralsnog tot de Hyundai Nexo en de Toyota Mirai. Beide personenauto’s zijn modellen in segment D.
De figuur geeft de ontwikkeling van de kostprijs per marktsegment weer. Deze waarden zijn gebaseerd op de in het betreffende jaar beschikbaar gekomen modellen.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). De gemiddelde prijs is stabiel, maar door het toenemende aanbod komen er ook steeds meer betaalbare varianten op de markt. De spreiding van de prijs neemt toe. Dit is een gevolg van de toename in het aantal beschikbare modellen.
De figuur geeft de ontwikkeling van de actieradius en de kostprijs per marktsegment weer. Deze waarden zijn gebaseerd op de in het betreffende jaar beschikbaar gekomen modellen.
De totale markt is ingedeeld in de segmenten A tot en met E (A=klein, B=compact, C=kleine middenklasse, D=grote middenklasse, E=groot, luxe). De gemiddelde actieradius in segmenten A en C neemt toe, terwijl de actieradius in segmenten B en D in 2020 lager is ten opzichte van het voorgaande jaar 2019. De actieradius in het A-segment is in 2020 weliswaar flink toegenomen maar is ten opzichte van de grotere segmenten nog wel beperkt.
Uit de Elektrisch-Vervoer-monitor van de ANWB blijkt dat 40% van de automobilisten in Nederland een actieradius van 300-500 km acceptabel vindt, 46% verlangt een actieradius van meer dan 500 km en 14% vindt een actieradius van maximaal 300 km voldoende.In de segmenten B, C, D en E zijn voldoende modellen beschikbaar die aan deze actieradius eisen voldoen, in het A-segment is de actieradius in 2020 nog beperkt.
Total cost of ownership per maand per brandstof, 2020
De figuur toont de gemiddelde bezits- en gebruikskosten (total cost of ownership, TCO) voor verschillende segmenten. De aanschafkosten van een batterij-elektrische auto zijn weliswaar hoger dan voor een benzine- of dieselauto, maar de gemiddelde bezits- en gebruikskosten zijn voor de grote segmenten al lager. Voor het C-segment zijn de kosten vergelijkbaar. De kleine (A en B) segmenten zijn nog wel duurder bij gemiddeld gebruik.
In het bepalen van de TCO is uitgegaan van gemiddeld gebruik van een nieuwe personenauto, dat wil zeggen een gebruiksduur van 4 jaar en een gemiddeld afgelegde afstand van 15.000 km/jaar.
Afhankelijk van het gebruikspatroon zou de TCO van een BEV voor de een goedkoper kunnen zijn dan die van een fossiel voertuig, terwijl dat voor de ander nog niet zo is. Daarnaast speelt bij de keuze voor een overstap ook de zogenaamde overstapdrempel een rol waardoor een lagere TCO niet automatisch tot een overstap leidt.
De figuren tonen het gebruik van de SEPP-regeling voor particulieren, deze regeling is vanaf 4 juni 2020 gestart.
Er is een budget voor zowel nieuwe als gebruikte elektrische voertuigen (EV's). In totaal was € 10 miljoen euro (2.500 nieuwe particuliere EV’s) budget beschikbaar voor nieuwe EV's in 2020, in 2021 was € 14,4 miljoen beschikbaar (3.600 nieuwe particuliere EV’s). Voor de komende jaren (t/m 2025) is er nog € 116,6 miljoen beschikbaar wat naar schatting neerkomt op 40.000 EV's.
Voor gebruikte EV's is in 2020 en 2021 in totaal € 20,7 miljoen beschikbaar gesteld. Op het moment van schrijven, augustus 2021, is ook dit bedrag volledig uitgekeerd. Voor de komende jaren (t/m 2024) is er nog € 71,8 miljoen beschikbaar wat neerkomt op ongeveer 36.000 EV's.
Het voornemen is om zowel voor nieuw als voor gebruikt ieder € 18,3 miljoen aan subsidiebudget in 2022 beschikbaar te stellen.
Als de randvoorwaarden wijzigen, worden veranderingen in de samenleving mogelijk. De volgende indicatoren hebben betrekking op veranderingen die al zichtbaar en meetbaar zijn.
Bereidheid om over te stappen op BEV
De bereidheid om over te stappen is in 2020 licht toegenomen ten opzichte van de jaren ervoor. 40% is geinteresseerd in een batterij-elektrisch-voertuig. 34% is neutraal en 26% is niet geinteresseerd.
Huidige elektrische rijder en toekomstige doelgroep, 2020
De huidige elektrische rijder is nog grotendeels een voorloper (innovator / early adopter), deze groep probeert graag wat nieuws uit en neemt eventuele gebreken wat sneller voor lief. De toekomstige elektrische rijder zal steeds meer de doorsnee Nederlander representeren (early en late majority), die strengere eisen stelt aan bijvoorbeeld de actieradius en de prijs.
Aandeel van type laadvoorziening op totale afgelegde elektrische kilometers in Nederland
Uit het nationaal laadonderzoek 2021 blijkt dat de huidige elektrischerijder veel thuis laadt: 59% in 2020. Naar schatting zijn er eind 2020 158.000 thuislaadpunten, 39.000 publieke laadpunten en 17.000 werklaadpunten.
Deze aantallen komen redelijk overeen met de laadmix, de laadbehoefte van de elektrische rijder. COVID-19 is van invloed geweest op de laadmix in 2020 , over het algemeen is meer thuis gewerkt en dus ook meer thuis opgeladen.
Tevredenheid over laadmogelijkheden personenauto's, 2021
De figuur toont de tevredenheid van elektrischerijden over de laadinfrastructuur.
Over het algemeen is de elektrische rijder (zeer) tevreden over de verschillende soorten laadinfrastructuur. Er is gevraagd een rapportcijfer (1-10) te geven. Dit betreft een nulmeting.
De bereidheid om over te stappen is in 2020 licht toegenomen ten opzichte van de jaren ervoor. 40% is geinteresseerd in een batterij-elektrisch-voertuig. 34% is neutraal en 26% is niet geinteresseerd.
Huidige elektrische rijder en toekomstige doelgroep, 2020
De huidige elektrische rijder is nog grotendeels een voorloper (innovator / early adopter), deze groep probeert graag wat nieuws uit en neemt eventuele gebreken wat sneller voor lief. De toekomstige elektrische rijder zal steeds meer de doorsnee Nederlander representeren (early en late majority), die strengere eisen stelt aan bijvoorbeeld de actieradius en de prijs.
Aandeel van type laadvoorziening op totale afgelegde elektrische kilometers in Nederland
Uit het nationaal laadonderzoek 2021 blijkt dat de huidige elektrischerijder veel thuis laadt: 59% in 2020. Naar schatting zijn er eind 2020 158.000 thuislaadpunten, 39.000 publieke laadpunten en 17.000 werklaadpunten.
Deze aantallen komen redelijk overeen met de laadmix, de laadbehoefte van de elektrische rijder. COVID-19 is van invloed geweest op de laadmix in 2020 , over het algemeen is meer thuis gewerkt en dus ook meer thuis opgeladen.
Tevredenheid over laadmogelijkheden personenauto's, 2021
De figuur toont de tevredenheid van elektrischerijden over de laadinfrastructuur.
Over het algemeen is de elektrische rijder (zeer) tevreden over de verschillende soorten laadinfrastructuur. Er is gevraagd een rapportcijfer (1-10) te geven. Dit betreft een nulmeting.
De volgende indicatoren hebben betrekking op meetbare resultaten in de subsector personenauto's.
Aantal voertuigen per laadpunt
Het aantal stekkervoertuigen per (semi-)publiek laadpunt blijkt de afgelopen jaren constant en fluctueert tussen de 3,5 en 4,2 voertuigen per laadpunt. Deze ratio bevat publieke en semi-publieke laadinfrastructuur, thuislaadpunten zijn niet meegenomen.
Het precieze aantal thuislaadpunten is niet bekend, naar schatting zijn dat er eind 2020 ongeveer 158.000. De ratio inclusief de thuislaadpunten komt neer op 1,2 stekkervoertuigen per laadpunt. Ook deze ratio is over de jaren heen constant.
Het aantal laadpunten neemt snel toe en volgt de stijging van het aantal elektrische voertuigen.
Publieke laadpunten zijn 24/7 toegankelijk en staan op een publieke locatie zonder barrières zoals slagbomen of poorten. Een semi-publiek laadpunt is opengesteld voor publiek maar staat op een private locatie. Dit kan bijvoorbeeld bij parkeergarages, tankstations of bij retail- en horecalocaties zijn.
Thuislaadpunten zijn in dit overzicht niet meegenomen omdat het precieze aantal niet inzichtelijk is. Naar schatting zijn er eind 2020 ongeveer 158.000 thuislaadpunten.
Het aantal voertuigen in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 71.567 emissielozevoertuigen, bijna volledig toe te schrijven aan batterij-elektrische voertuigen. Waterstof-voertuigen (Fuel Cell Electric Vehicles - FCEV) zitten met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
De aanpak van de verduurzaming van personenauto’s heeft ten doel dat in 2030 100% van de nieuwverkopen emissieloos is. Het percentage emissieloos in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 20% van de nieuwverkopen, bijna volledig toe te schrijven aan batterij-elektrische voertuigen. Waterstof-voertuigen (Fuel Cell Electric Vehicles - FCEV) zitten met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
Aandeel emissielozevoertuigen in totale wagenpark Rijksoverheid
Het aantal emissieloze voertuigen (batterij-elektrische-voertuigen (BEV) en waterstof-voertuigen (FCEV)) in het rijkswagenpark is in de afgelopen jaren toegenomen naar zo'n 9% van het wagenpark in 2020. Het doel is een volledig emissieloos rijkswagenpark in 2028.
Ontwikkeling aantal personenauto's en gereden kilometers
De figuur geeft de ontwikkeling van het totaal aantal personenvoertuigen op de weg en totaal aantal gereden kilometers door deze voertuigen weer. Zowel het totaal aantal voertuigen als het daarmee gereden aantal kilometers neemt nog steeds toe.
De figuur laat zien dat het gemiddelde aantal gereden kilometers per personenauto in Nederland ongeveer 14.000 per jaar is terwijl dat van een batterij-elektrisch-voertuig (BEV) gemiddeld 9.000 km per jaar hoger is. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat een BEV over het algemeen een jonge auto is en vaak zakelijk wordt gereden. Zowel jonge als zakelijke voertuigen leggen relatief meer kilometers af.
De figuur toont de ontwikkeling van de CO₂-uitstoot van personenwagens.
De gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuw gekochte personenauto’s daalt tot 2015. Tussen 2015 en 2017 neemt de CO₂-uitstoot van nieuw verkochte personenauto’s weer toe (gemiddeld voor alle brandstoffen) als gevolg van het groeiende marktaandeel van SUV’s. Van 2017 tot 2019 zien we dat de CO₂-uitstoot van benzine- + dieselvoertuigen nog steeds toeneemt, maar als de BEV’s (waarvan de uitstoot gelijk is aan 0) worden meegerekend is er vanaf 2017 juist een daling in de CO₂-uitstoot te zien per nieuw verkocht voertuig. Deze daling is dus volledig toe te rekenen aan het sterk toegenomen aantal nieuwverkopen van BEV’s vanaf 2017. In 2020 is er wel een daling van de uitstoot van diesel/benzine voertuigen, maar zodra BEV's worden meegerekend is deze daling veel sterker.
De uitstoot in de figuur is gebaseerd op op basis van de rijomstandigheden en de testcyclus op basis van NEDC, die voor de Europese typekeuring van voertuigen wordt gebruikt, en door de RDW wordt gerapporteerd. Tegenwoordig is de WLTP-methode de standaard, maar hiervoor zijn minder historische gegevens beschikbaar. Om de trend goed weer te kunnen geven is gekozen om de NEDC-methode aan te houden. De WLTP-waarden voor het totaal van alle brandstoffen in 2019 en 2020 zijn respectievelijk 119 en 104 gram CO₂/km.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat praktijkwaarden van fossiele voertuigen gemiddeld 40 gram/km hoger zijn, de uitstoot van BEV is in beide gevallen 0. Dit betekent dat het positieve effect van BEV’s op de CO₂-uitstoot van het totale wagenpark nog sterker is als men van de praktijkwaarden uitgaat (bron: TNO (2017): ‘Real-world fuel consumption of passenger cars based on monitoring of Dutch fuel pass data’.)
De figuur laat zien dat de batterij-elektrische-voertuig(BEV)-occasionmarkt vanaf 2016 jaarlijks is verdubbeld. Ten opzichte van de 1.500.000 personenauto’s die jaarlijks als occasion worden verhandeld is het aandeel nog relatief klein.
Als een auto meerdere keren per jaar is verhandeld, telt dit in deze figuur slechts één keer. BEV-personenauto’s zijn nog relatief jong, de occasionmarkt verhandelt doorgaans wat oudere voertuigen. Dit verklaart het relatief kleine aantal BEV-occasions.
De figuur laat zien dat het overgrote merendeel van de in 2020 ruim 75.000 in Nederland ingestroomde batterij-elektrische-voertuigen (BEV's) nieuw verkocht is. Daarnaast werden ongeveer 4.500 voertuigen in 2020 als occasion geïmporteerd.
De uitstroom bestaat nagenoeg volledig uit export, in 2020 ongeveer 1.600 voertuigen. Gezien de jonge leeftijd van BEV personenauto’s is sloop nog nauwelijks aan de orde.
Het aantal stekkervoertuigen per (semi-)publiek laadpunt blijkt de afgelopen jaren constant en fluctueert tussen de 3,5 en 4,2 voertuigen per laadpunt. Deze ratio bevat publieke en semi-publieke laadinfrastructuur, thuislaadpunten zijn niet meegenomen.
Het precieze aantal thuislaadpunten is niet bekend, naar schatting zijn dat er eind 2020 ongeveer 158.000. De ratio inclusief de thuislaadpunten komt neer op 1,2 stekkervoertuigen per laadpunt. Ook deze ratio is over de jaren heen constant.
Het aantal laadpunten neemt snel toe en volgt de stijging van het aantal elektrische voertuigen.
Publieke laadpunten zijn 24/7 toegankelijk en staan op een publieke locatie zonder barrières zoals slagbomen of poorten. Een semi-publiek laadpunt is opengesteld voor publiek maar staat op een private locatie. Dit kan bijvoorbeeld bij parkeergarages, tankstations of bij retail- en horecalocaties zijn.
Thuislaadpunten zijn in dit overzicht niet meegenomen omdat het precieze aantal niet inzichtelijk is. Naar schatting zijn er eind 2020 ongeveer 158.000 thuislaadpunten.
Het aantal voertuigen in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 71.567 emissielozevoertuigen, bijna volledig toe te schrijven aan batterij-elektrische voertuigen. Waterstof-voertuigen (Fuel Cell Electric Vehicles - FCEV) zitten met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
De aanpak van de verduurzaming van personenauto’s heeft ten doel dat in 2030 100% van de nieuwverkopen emissieloos is. Het percentage emissieloos in de nieuwverkopen neemt exponentieel toe. In 2020 ging het om 20% van de nieuwverkopen, bijna volledig toe te schrijven aan batterij-elektrische voertuigen. Waterstof-voertuigen (Fuel Cell Electric Vehicles - FCEV) zitten met enkele honderden voertuigen nog in een andere marktfase.
Aandeel emissielozevoertuigen in totale wagenpark Rijksoverheid
Het aantal emissieloze voertuigen (batterij-elektrische-voertuigen (BEV) en waterstof-voertuigen (FCEV)) in het rijkswagenpark is in de afgelopen jaren toegenomen naar zo'n 9% van het wagenpark in 2020. Het doel is een volledig emissieloos rijkswagenpark in 2028.
Ontwikkeling aantal personenauto's en gereden kilometers
De figuur geeft de ontwikkeling van het totaal aantal personenvoertuigen op de weg en totaal aantal gereden kilometers door deze voertuigen weer. Zowel het totaal aantal voertuigen als het daarmee gereden aantal kilometers neemt nog steeds toe.
De figuur laat zien dat het gemiddelde aantal gereden kilometers per personenauto in Nederland ongeveer 14.000 per jaar is terwijl dat van een batterij-elektrisch-voertuig (BEV) gemiddeld 9.000 km per jaar hoger is. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat een BEV over het algemeen een jonge auto is en vaak zakelijk wordt gereden. Zowel jonge als zakelijke voertuigen leggen relatief meer kilometers af.
De figuur toont de ontwikkeling van de CO₂-uitstoot van personenwagens.
De gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuw gekochte personenauto’s daalt tot 2015. Tussen 2015 en 2017 neemt de CO₂-uitstoot van nieuw verkochte personenauto’s weer toe (gemiddeld voor alle brandstoffen) als gevolg van het groeiende marktaandeel van SUV’s. Van 2017 tot 2019 zien we dat de CO₂-uitstoot van benzine- + dieselvoertuigen nog steeds toeneemt, maar als de BEV’s (waarvan de uitstoot gelijk is aan 0) worden meegerekend is er vanaf 2017 juist een daling in de CO₂-uitstoot te zien per nieuw verkocht voertuig. Deze daling is dus volledig toe te rekenen aan het sterk toegenomen aantal nieuwverkopen van BEV’s vanaf 2017. In 2020 is er wel een daling van de uitstoot van diesel/benzine voertuigen, maar zodra BEV's worden meegerekend is deze daling veel sterker.
De uitstoot in de figuur is gebaseerd op op basis van de rijomstandigheden en de testcyclus op basis van NEDC, die voor de Europese typekeuring van voertuigen wordt gebruikt, en door de RDW wordt gerapporteerd. Tegenwoordig is de WLTP-methode de standaard, maar hiervoor zijn minder historische gegevens beschikbaar. Om de trend goed weer te kunnen geven is gekozen om de NEDC-methode aan te houden. De WLTP-waarden voor het totaal van alle brandstoffen in 2019 en 2020 zijn respectievelijk 119 en 104 gram CO₂/km.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat praktijkwaarden van fossiele voertuigen gemiddeld 40 gram/km hoger zijn, de uitstoot van BEV is in beide gevallen 0. Dit betekent dat het positieve effect van BEV’s op de CO₂-uitstoot van het totale wagenpark nog sterker is als men van de praktijkwaarden uitgaat (bron: TNO (2017): ‘Real-world fuel consumption of passenger cars based on monitoring of Dutch fuel pass data’.)
De figuur laat zien dat de batterij-elektrische-voertuig(BEV)-occasionmarkt vanaf 2016 jaarlijks is verdubbeld. Ten opzichte van de 1.500.000 personenauto’s die jaarlijks als occasion worden verhandeld is het aandeel nog relatief klein.
Als een auto meerdere keren per jaar is verhandeld, telt dit in deze figuur slechts één keer. BEV-personenauto’s zijn nog relatief jong, de occasionmarkt verhandelt doorgaans wat oudere voertuigen. Dit verklaart het relatief kleine aantal BEV-occasions.
De figuur laat zien dat het overgrote merendeel van de in 2020 ruim 75.000 in Nederland ingestroomde batterij-elektrische-voertuigen (BEV's) nieuw verkocht is. Daarnaast werden ongeveer 4.500 voertuigen in 2020 als occasion geïmporteerd.
De uitstroom bestaat nagenoeg volledig uit export, in 2020 ongeveer 1.600 voertuigen. Gezien de jonge leeftijd van BEV personenauto’s is sloop nog nauwelijks aan de orde.