Verduurzaming van de personenmobiliteit is gericht op een overstap naar duurzame alternatieven voor de auto (OV, fiets, thuiswerken etc) waardoor de uitstoot van het wegverkeer omlaag gaat. Doel van het Klimaatakkoord is 8 miljard minder werkgerelateerde (auto)kilometers in 2030. Om deze doelstelling te bereiken worden twee sporen bewandeld, In de eerste plaats wordt samen met werkgevers ingezet op maatregelen die de werkgerelateerde mobiliteit reduceert. Daarnaast wordt ingezet op maatregelen die verduurzaming van de personenmobiliteit versnellen en ondersteunen, zoals extra investeringen in fietsenstallingen bij OV-stations. In 2020 was er sprake van een forse afname van het aantal gereden autokilometers in het werk gerelateerde verkeer (-7,8 miljard) die bijna geheel wordt verklaard door het op grote schaal thuiswerken vanwege de COVID-19 pandemie.
Vermeden aantal autokilometers in werk gerelateerd verkeer
Verduurzaming van de personenmobiliteit is gericht op een overstap naar duurzame alternatieven voor de auto (OV, fiets, thuiswerken etc) waardoor de uitstoot van het wegverkeer omlaag gaat. Doel van het Klimaatakkoord is 8 miljard minder werkgerelateerde (auto)kilometers in 2030. Om deze doelstelling te bereiken worden twee sporen bewandeld, In de eerste plaats wordt samen met werkgevers ingezet op maatregelen die de werkgerelateerde mobiliteit reduceert. Daarnaast wordt ingezet op maatregelen die verduurzaming van de personenmobiliteit versnellen en ondersteunen, zoals extra investeringen in fietsenstallingen bij OV-stations. In 2020 was er sprake van een forse afname van het aantal gereden autokilometers in het werk gerelateerde verkeer (-7,8 miljard) die bijna geheel wordt verklaard door het op grote schaal thuiswerken vanwege de COVID-19 pandemie.
Vermeden aantal autokilometers in werk gerelateerd verkeer
In de uitvoering wordt gewerkt aan de volgende beleidsonderwerpen en (clusters van) afspraken. Lees de beschrijving en status door te klikken op het 'plusje'.
Normering voor werkgevers
AfspraakStatus
Invoering normstellende regeling voor 100+ werkgevers
Enige vertraging
Brede publieksvoorlichting
AfspraakStatus
Inzet eigen communicatiekanalen voor duurzame mobiliteit
Op schema
Platform dat werkgevers en werknemers informeert en enthousiasmeert
Op schema
Low Car Diet
Op schema
Versnellen en ondersteunen
AfspraakStatus
Borgen in cao's
Enige vertraging
Gemeentelijk beleid: bereikbaarheid in samenhang
Op schema
Fiets
Op schema
Fiscale regelingen onderzoeken voor verduurzaming mobiliteit
Op schema
Internationaal reizen tot 700 km
Op schema
Regionale aanpak
Op schema
MIRT-programma's
Op schema
Fietsparkeren bij stations/ OV-knooppunten
Op schema
Hyperspits (verspreiding)
Enige vertraging
MaaS
Enige vertraging
Werkgeversaanpak
AfspraakStatus
Anders Reizen breidt uit: 80 werkgevers in 2020 en 500 in 2030
Op schema
Regionale netwerken van werkgevers: 80 werkgevers in 2020, 500 in 2030
Op schema
Goede afstemming tussen landelijke en regionale inspanningen
Op schema
Randvoorwaarden
Om de transitie mogelijk te maken moeten randvoorwaarden veranderen. Het beleid en de afspraken dragen hieraan bij. De volgende indicatoren hebben betrekking op randvoorwaarden voor de transitie in de subsector werkgerelateerde personenmobiliteit.
Aangesloten werkgevers Coalitie Anders Reizen
In de figuur staat de ontwikkeling van het aantal aangesloten werkgevers bij de Coalitie Anders Reizen, inclusief het aantal werknemers dat bij deze aangesloten werkgevers werkzaam is (=bereik). Begin 2021 zijn er 65 werkgevers aangesloten met een bereik van 500.000 werknemers. De streefwaarde voor 2030 is 500 aangesloten werkgevers.
In de figuur staat de ontwikkeling van het aantal aangesloten werkgevers bij de Regionale Netwerk, inclusief het aantal werknemers dat bij deze aangesloten werkgevers werkzaam is (=bereik). Begin 2021 zijn er ruim 3.300 werkgevers aangesloten met een bereik van 770.000 werknemers. Daarmee is de streefwaarde van 500 aangesloten werkgevers bij Regionale Netwerken al ruimschoots gehaald.
Verbetering voorzieningen en regelingen van werkgevers om minder en anders reizen te stimuleren, 2021
In de figuur staat de mate waarin verschillende maatregelen van werkgevers om minder en anders reizen voor het woonwerk verkeer te stimuleren het afgelopen zijn verbeterd danwel verslechterd. De cijfers laten zien in hoeverre werkgevers de juiste randvoorwaarden creëren om tot minder woonwerk kilometers met de auto te komen (=doelstelling klimaatakkoord).
In de figuur staat de ontwikkeling van het aantal aangesloten werkgevers bij de Coalitie Anders Reizen, inclusief het aantal werknemers dat bij deze aangesloten werkgevers werkzaam is (=bereik). Begin 2021 zijn er 65 werkgevers aangesloten met een bereik van 500.000 werknemers. De streefwaarde voor 2030 is 500 aangesloten werkgevers.
In de figuur staat de ontwikkeling van het aantal aangesloten werkgevers bij de Regionale Netwerk, inclusief het aantal werknemers dat bij deze aangesloten werkgevers werkzaam is (=bereik). Begin 2021 zijn er ruim 3.300 werkgevers aangesloten met een bereik van 770.000 werknemers. Daarmee is de streefwaarde van 500 aangesloten werkgevers bij Regionale Netwerken al ruimschoots gehaald.
Verbetering voorzieningen en regelingen van werkgevers om minder en anders reizen te stimuleren, 2021
In de figuur staat de mate waarin verschillende maatregelen van werkgevers om minder en anders reizen voor het woonwerk verkeer te stimuleren het afgelopen zijn verbeterd danwel verslechterd. De cijfers laten zien in hoeverre werkgevers de juiste randvoorwaarden creëren om tot minder woonwerk kilometers met de auto te komen (=doelstelling klimaatakkoord).
Als de randvoorwaarden wijzigen, worden veranderingen in de samenleving mogelijk. De volgende indicatoren hebben betrekking op veranderingen die al zichtbaar en meetbaar zijn.
Aantal reisdagen forenzen
In de figuur staat het aantal reisdagen per week van forensen met de auto en totaal (alle vervoermiddelen) vóór COVID-19 (okt 2019), tijdens de 1e lockdown in april 2020 en in oktober 2020.
Motivatie voor gebruik van (duurzaam) vervoersmiddel in het woon-werk verkeer
In de figuur staat in welke mate verschillende aspecten volgens werknemers een doorslaggevende rol spelen bij het gebruik van de auto, fiets, of OV in het woonwerk verkeer in 2019 en 2020.
De figuur toont de verdeling van afstanden in het woonwerkverkeer. Met name op de kortere afstanden (tot 15 km) zijn bijvoorbeeld de (e-)fiets of speed pedelec een duurzaam alternatief voor de auto. De verdeling van de woonwerkafstand naar afstandsklassen is ten opzichte van 2019 onveranderd gebleven.
De figuur toont de verdeling van hoofdvervoerwijze per afstandsklasse in het woonwerkverkeer. Met name op de kortere afstanden (tot 15 km) zijn bijvoorbeeld de (e-)fiets, of speed pedelec een duurzaam alternatief voor de auto.
De verdeling van hoofdvervoerwijze per afstandsklasse is de afgelopen drie jaar nauwelijks veranderd. Het aandeel OV is in 2020 iets afgenomen terwijl het aandeel van auto iets is toegenomen. Dit geldt voor alle ritafstandsklassen. Kanttekening hierbij is wel dat in absolute zin de totale woonwerk-mobiliteit fors is afgenomen in 2020.
In de figuur staat het aantal reisdagen per week van forensen met de auto en totaal (alle vervoermiddelen) vóór COVID-19 (okt 2019), tijdens de 1e lockdown in april 2020 en in oktober 2020.
Motivatie voor gebruik van (duurzaam) vervoersmiddel in het woon-werk verkeer
In de figuur staat in welke mate verschillende aspecten volgens werknemers een doorslaggevende rol spelen bij het gebruik van de auto, fiets, of OV in het woonwerk verkeer in 2019 en 2020.
De figuur toont de verdeling van afstanden in het woonwerkverkeer. Met name op de kortere afstanden (tot 15 km) zijn bijvoorbeeld de (e-)fiets of speed pedelec een duurzaam alternatief voor de auto. De verdeling van de woonwerkafstand naar afstandsklassen is ten opzichte van 2019 onveranderd gebleven.
De figuur toont de verdeling van hoofdvervoerwijze per afstandsklasse in het woonwerkverkeer. Met name op de kortere afstanden (tot 15 km) zijn bijvoorbeeld de (e-)fiets, of speed pedelec een duurzaam alternatief voor de auto.
De verdeling van hoofdvervoerwijze per afstandsklasse is de afgelopen drie jaar nauwelijks veranderd. Het aandeel OV is in 2020 iets afgenomen terwijl het aandeel van auto iets is toegenomen. Dit geldt voor alle ritafstandsklassen. Kanttekening hierbij is wel dat in absolute zin de totale woonwerk-mobiliteit fors is afgenomen in 2020.
Het kabinet streeft naar een toename van 200.000 fietsforensen die tenminste één keer per week naar het werk fietsen. Vorig jaar stond de teller op 120.000 nieuwe fietsforensen, onder andere door de inzet van een netwerk van 17 fietsambassadeurs verspreid over Nederland. In het eerste kwartaal van 2020 zat het aantal fietsforensen op hetzelfde niveau als eind 2019.
Vanwege COVID-19 is de doelstelling van 200.000 nieuwe fietsforensen op dit moment niet haalbaar. Als gevolg van de uitbraak van het COVID-19 virus is het aantal fietsforensen in het tweede kwartaal van 2020 afgenomen met ruim één miljoen. Dit is een rechtstreeks gevolg van de sterke daling van woonwerk-mobiliteit. In april 2020 werkte bijvoorbeeld 69% van de werkzame bevolking één of meerdere dagen thuis en in oktober 2020 was dit aandeel 43%. Voor de corona crisis werkte ongeveer 25% van de werkzame bevolking één of meerdere dagen thuis.
Wel was in met name het tweede en derde kwartaal van 2020 een toename van het aandeel fietsers in het woonwerk-verkeer zichtbaar. Dus van de mensen die nog wel naar het werk gingen, was het aandeel fietsers hoger dan voorheen. De toename van het gebruik van de elektrische fiets op de middellange afstanden en een overstap van OV naar de fiets hebben hier mede voor gezorgd.
Aantal (elektrische) deelauto's in Nederland
In de figuur staan het aantal deelauto's in Nederland. Dit neemt jaarlijks toe.
In 2020 waren er ruim 61.000 voertuigen waarvan 6% volledig elektrisch. In vergelijking met het Nederlandse wagenpark zijn deelauto's drie keer vaker volledig elektrisch. Naar schatting maken 730.000 automobilisten weleens gebruik van een deelauto.
Aantal (elektrische) deelauto's in Nederland per provincie
De figuur toont het aantal deelauto's per provincie. De meeste deelauto's bevinden zich in de randstadprovincies: Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht (bij elkaar 72%).
Het kabinet streeft naar een toename van 200.000 fietsforensen die tenminste één keer per week naar het werk fietsen. Vorig jaar stond de teller op 120.000 nieuwe fietsforensen, onder andere door de inzet van een netwerk van 17 fietsambassadeurs verspreid over Nederland. In het eerste kwartaal van 2020 zat het aantal fietsforensen op hetzelfde niveau als eind 2019.
Vanwege COVID-19 is de doelstelling van 200.000 nieuwe fietsforensen op dit moment niet haalbaar. Als gevolg van de uitbraak van het COVID-19 virus is het aantal fietsforensen in het tweede kwartaal van 2020 afgenomen met ruim één miljoen. Dit is een rechtstreeks gevolg van de sterke daling van woonwerk-mobiliteit. In april 2020 werkte bijvoorbeeld 69% van de werkzame bevolking één of meerdere dagen thuis en in oktober 2020 was dit aandeel 43%. Voor de corona crisis werkte ongeveer 25% van de werkzame bevolking één of meerdere dagen thuis.
Wel was in met name het tweede en derde kwartaal van 2020 een toename van het aandeel fietsers in het woonwerk-verkeer zichtbaar. Dus van de mensen die nog wel naar het werk gingen, was het aandeel fietsers hoger dan voorheen. De toename van het gebruik van de elektrische fiets op de middellange afstanden en een overstap van OV naar de fiets hebben hier mede voor gezorgd.
Aantal (elektrische) deelauto's in Nederland
In de figuur staan het aantal deelauto's in Nederland. Dit neemt jaarlijks toe.
In 2020 waren er ruim 61.000 voertuigen waarvan 6% volledig elektrisch. In vergelijking met het Nederlandse wagenpark zijn deelauto's drie keer vaker volledig elektrisch. Naar schatting maken 730.000 automobilisten weleens gebruik van een deelauto.
Aantal (elektrische) deelauto's in Nederland per provincie
De figuur toont het aantal deelauto's per provincie. De meeste deelauto's bevinden zich in de randstadprovincies: Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht (bij elkaar 72%).