De industriesector staat voor een enorme verduurzamingsopgave. Deze opgave vraagt enerzijds ombouw en afbouw van bestaande activiteiten (Projectenpijplijn 2030) en anderzijds de opbouw van nieuwe, duurzame activiteiten (Innovatie).
De beprijzing van emissies via het Europese emissiehandelssysteem ETS en de nationale CO2-heffing prikkelt de Nederlandse industrie om bij te dragen aan de verduurzamingsopgave. Met de nationale CO2-heffing is de sectorale emissiereductie wettelijk geborgd. Daarnaast stimuleert de overheid investeringen in verduurzaming met subsidies voor innovatie, opschaling en uitrol van technieken voor emissiereductie, energiebesparing en circulariteit.
Over de sector industrie
De industriesector staat voor een enorme verduurzamingsopgave. Deze opgave vraagt enerzijds ombouw en afbouw van bestaande activiteiten (Projectenpijplijn 2030) en anderzijds de opbouw van nieuwe, duurzame activiteiten (Innovatie).
De beprijzing van emissies via het Europese emissiehandelssysteem ETS en de nationale CO2-heffing prikkelt de Nederlandse industrie om bij te dragen aan de verduurzamingsopgave. Met de nationale CO2-heffing is de sectorale emissiereductie wettelijk geborgd. Daarnaast stimuleert de overheid investeringen in verduurzaming met subsidies voor innovatie, opschaling en uitrol van technieken voor emissiereductie, energiebesparing en circulariteit.
Projectenpijplijn 2030
De ‘projectenpijplijn’ geeft een beeld van de stappen die een dertigtal grote industriebedrijven tot 2030 gepland hebben om hun emissies te reduceren. Deze pijplijn geeft inzicht in het tempo van de geplande projecten en de technieken die worden ingezet, in de periode vanaf 2020 tot en met 2030. Volgens het CBS bedroeg de broeikasgasuitstoot van de klimaatsector industrie in 2020 53,1 Mton. Dat is 33,3 Mton minder dan in 1990.
RVO heeft interviews afgenomen bij circa dertig bedrijven, die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60% van CO₂-emissie van de industrie. Daaruit blijkt dat zij projecten gepland hebben waarmee zij 18,6 Mton aan emissies kunnen reduceren, mits aan randvoorwaarden wordt voldaan (o.a. tijdige beschikbaarheid van infrastructuur, subsidie, en vergunningen).
Het grootste deel van de reductie wordt bereikt na 2026, vooral door inzet van CCS en groene waterstof. Van de geplande CCS-projecten betreft een groot deel blauwe-waterstofprojecten.
De ‘projectenpijplijn’ geeft een beeld van de stappen die een dertigtal grote industriebedrijven tot 2030 gepland hebben om hun emissies te reduceren. Deze pijplijn geeft inzicht in het tempo van de geplande projecten en de technieken die worden ingezet, in de periode vanaf 2020 tot en met 2030. Volgens het CBS bedroeg de broeikasgasuitstoot van de klimaatsector industrie in 2020 53,1 Mton. Dat is 33,3 Mton minder dan in 1990.
RVO heeft interviews afgenomen bij circa dertig bedrijven, die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60% van CO₂-emissie van de industrie. Daaruit blijkt dat zij projecten gepland hebben waarmee zij 18,6 Mton aan emissies kunnen reduceren, mits aan randvoorwaarden wordt voldaan (o.a. tijdige beschikbaarheid van infrastructuur, subsidie, en vergunningen).
Het grootste deel van de reductie wordt bereikt na 2026, vooral door inzet van CCS en groene waterstof. Van de geplande CCS-projecten betreft een groot deel blauwe-waterstofprojecten.
Meer over projectenpijplijn 2030
Projectenpijplijn voor emissiereductie van geïnterviewde bedrijven (scope 1; Mton CO₂-eq.), 2021
De industrie werkt samen met de wetenschap en topsectoren aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van nieuwe energiedragers en productietechnieken. Deze innovatieroutes zullen vooral na 2030 hard nodig zijn om de industrie klimaatneutraal te laten produceren.
Naar verwachting zullen deze technieken leiden tot nieuwe producten, productieprocessen en opbouw van nieuwe bedrijven en waardeketens. Nu al zien we dat ingezet wordt op technieken voor de langere termijn, waaronder circulaire technieken. Dit leidt de komende jaren tot resultaten in de vorm pilot-, demonstratie- en productie-installaties.
De industrie werkt samen met de wetenschap en topsectoren aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van nieuwe energiedragers en productietechnieken. Deze innovatieroutes zullen vooral na 2030 hard nodig zijn om de industrie klimaatneutraal te laten produceren.
Naar verwachting zullen deze technieken leiden tot nieuwe producten, productieprocessen en opbouw van nieuwe bedrijven en waardeketens. Nu al zien we dat ingezet wordt op technieken voor de langere termijn, waaronder circulaire technieken. Dit leidt de komende jaren tot resultaten in de vorm pilot-, demonstratie- en productie-installaties.
Meer over innovatieroutes
Onderstaand vindt u een selectie van gegevens uit de Monitor Verduurzaming Industrie. Meer informatie vindt u op Bedrijvenbeleidinbeeld.nl
Deze figuur toont de milieu-investeringen in 2019 van bedrijven in de industrie per bedrijfstak in miljoenen euro. Daarnaast worden de milieu-investeringen voor lucht en energie apart gepresenteerd. In 2019 bestonden milieu-investeringen in alle bedrijfstakken grotendeels uit investeringen in lucht en energie. Bedrijfstakken met de meeste milieu-investeringen in 2019 zijn de chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie en aardolie-industrie. Deze bedrijfstakken behoren ook tot de bedrijfstakken met de meeste emissie en hoogste emissie-intensiteit. De gegevens worden getoond van de bedrijfstakken waarvoor het CBS data publiceert.
Milieu-investeringen in de industrie per bedrijfstak, 2019
Deze figuur toont de milieu-investeringen als aandeel van de totale investeringen in 2019 per bedrijfstak in de industrie. Als aandeel ten opzichte van de totale investeringen zijn de milieu-investeringen van relatief groot belang in de basismetaalindustrie, chemische industrie en elektrotechnische industrie. Over sommige bedrijfstakken (zoals de aardolie-industrie) zijn geen gegevens beschikbaar. De verwachting is dat de milieu-investeringen van met name de meest emissie-intensieve bedrijfstakken zullen stijgen als gevolg van het klimaatbeleid. De gegevens worden getoond van de bedrijfstakken waarvoor het CBS data publiceert.
Aandeel milieu-investeringen in de totale investeringen in de industrie per bedrijfstak, 2019
De figuur toont het finaal energieverbruik van de klimaatsector industrie, naar type energiedrager, in de periode 1990-2020. Het finaal energieverbruik is de energie die energie-afnemers benutten voor energetische doeleinden (dus niet als grondstof). Over de hele periode gezien is het finale verbruik na een aanvankelijke toename gedaald tot 36 PJ onder het niveau van 1990. Dit komt vooral door afnemend verbruik van warmte. De grootste energiedrager voor energetisch verbruik, fossiele brandstoffen, is in 30 jaar nauwelijks veranderd. Naar verwachting zal het klimaatbeleid richting 2030 leiden tot een (relatieve) toename van het elektriciteitsverbruik (elektrificatie) en verbruik van hernieuwbare energie (waaronder groene waterstof).
De figuur toont de ontwikkeling in de industrie van de energie-intensiteit en emissie-intensiteit in de periode 1995-2021. Energie-intensiteit is de hoeveelheid energie die wordt verbruikt (niet als grondstof) om een miljoen euro aan toegevoegde waarde te produceren in de klimaatsector industrie. Emissie-intensiteit is de uitstoot van broeikasgassen per eenheid toegevoegde waarde in de klimaatsector industrie. Zichtbaar is dat beide sterk zijn gedaald. Daarbij vertoont de energie-intensiteit een min of meer lineaire trend, terwijl de emissie-intensiteit convex verloopt, met weinig verdere daling na 2008. Het klimaatbeleid zou richting 2030 moeten uitmonden in een verdere, snellere daling van met name de emissie-intensiteit, doordat bedrijven emissies reduceren en meer toegevoegde waarde opleveren.
Energie- en emissie-intensiteit industrie, 1995-2021
De figuur toont de hoeveelheid energie die wordt verbruikt (niet als grondstof) om een miljoen euro aan toegevoegde waarde te produceren in de klimaatsector industrie, voor de 10 bedrijfstakken met de hoogste energie-intensiteit, in de periode 2015-2019. Tussen de top-10 bedrijfstakken zijn de verschillen in intensiteit groot. De chemie en basismetaal hebben ongeveer 10-13 keer zoveel energie nodig voor het produceren van een miljoen euro toegevoegde waarde als de hout- en metaalproductenindustrie. De papier- en bouwmaterialenindustrie liggen daar tussenin. De ontwikkeling in de minder intensieve bedrijfstakken is nagenoeg een constante, terwijl de intensieve bedrijfstakken de sterkste daling laten zien.
Energie-intensiteit klimaatsector industrie per bedrijfstak, 2015-2019