De industriesector staat voor een enorme verduurzamingsopgave. Deze opgave vraagt een transitie waarin bestaande activiteiten worden om- of afgebouwd en nieuwe opgebouwd. De Nederlandse industrie wordt hiertoe aangespoord door onder andere beprijzing van emissies via het Europese emissiehandelssysteem ETS en de nationale CO2-heffing, naast subsidies voor innovatie, toepassing en opschaling.
Bij de start van het Klimaatakkoord (2019) is de indicatieve opgave voor de sector Industrie vastgesteld op 14,3 Mton (bovenop een bestaande doelstelling van 5,1 Mton). Op basis van de NEV2017 zou de sector dan uitkomen op een restemissie van 35,7 Mton in 2030.
De industrie is met de nationale CO2-heffing de enige sector uit het Klimaatakkoord waar de reductie wettelijk geborgd is. Bij de doorrekening van de maatregelen uit het Klimaatakkoord zoals vermeld in het Klimaatplan kwam het PBL uit op een restemissie van 39,9 Mton in 2030. De raming in de KEV2021 komt uit op 41 Mton in 2030. Dit is enigszins hoger dan de uitstoot die in het Klimaatplan werd vermeld.
Over de sector industrie
De industriesector staat voor een enorme verduurzamingsopgave. Deze opgave vraagt een transitie waarin bestaande activiteiten worden om- of afgebouwd en nieuwe opgebouwd. De Nederlandse industrie wordt hiertoe aangespoord door onder andere beprijzing van emissies via het Europese emissiehandelssysteem ETS en de nationale CO2-heffing, naast subsidies voor innovatie, toepassing en opschaling.
Bij de start van het Klimaatakkoord (2019) is de indicatieve opgave voor de sector Industrie vastgesteld op 14,3 Mton (bovenop een bestaande doelstelling van 5,1 Mton). Op basis van de NEV2017 zou de sector dan uitkomen op een restemissie van 35,7 Mton in 2030.
De industrie is met de nationale CO2-heffing de enige sector uit het Klimaatakkoord waar de reductie wettelijk geborgd is. Bij de doorrekening van de maatregelen uit het Klimaatakkoord zoals vermeld in het Klimaatplan kwam het PBL uit op een restemissie van 39,9 Mton in 2030. De raming in de KEV2021 komt uit op 41 Mton in 2030. Dit is enigszins hoger dan de uitstoot die in het Klimaatplan werd vermeld.
Projectenpijplijn 2030 Koplopersprogramma's
In 2020 hebben de zes industriële clusters elk een koplopersprogramma opgeleverd waarin ze hun plannen beschrijven om tot emissiereductie te komen richting 2030, met een naar 2050. Deze programma's vormen de basis voor een uitvoeringsprogramma voor de industrie en bijvoorbeeld ook voor de clusterenergiestrategieën, die de industrieclusters opstellen om toe te werken naar regionale en landelijke uitvoeringsprogramma's voor infrastructuur.
Uit de RVO-analyse koploperprogramma's en verdiepende interviews van RVO met de ruim 30 bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60% van CO2-emissie van de industrie, blijkt dat er theoretisch voldoende potentieel is om invulling te geven aan de reductiedoelstelling van de industrie, mits aan randvoorwaarden wordt voldaan (o.a. infrastructuur, subsidie, vergunningen).
Het grootste deel daarvan wordt bereikt door middel van CCS, waaronder het Porthos project bij Rotterdam, gevolgd door (proces)efficiëntie en restwarmte, elektrificatie en waterstof. Van de geplande CCS-reductieprojecten betreft meer dan de helft blauwe-waterstofprojecten, een belangrijke stap in de transitie die ook de weg plaveit naar de overstap op groene waterstof.
In 2020 hebben de zes industriële clusters elk een koplopersprogramma opgeleverd waarin ze hun plannen beschrijven om tot emissiereductie te komen richting 2030, met een naar 2050. Deze programma's vormen de basis voor een uitvoeringsprogramma voor de industrie en bijvoorbeeld ook voor de clusterenergiestrategieën, die de industrieclusters opstellen om toe te werken naar regionale en landelijke uitvoeringsprogramma's voor infrastructuur.
Uit de RVO-analyse koploperprogramma's en verdiepende interviews van RVO met de ruim 30 bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60% van CO2-emissie van de industrie, blijkt dat er theoretisch voldoende potentieel is om invulling te geven aan de reductiedoelstelling van de industrie, mits aan randvoorwaarden wordt voldaan (o.a. infrastructuur, subsidie, vergunningen).
Het grootste deel daarvan wordt bereikt door middel van CCS, waaronder het Porthos project bij Rotterdam, gevolgd door (proces)efficiëntie en restwarmte, elektrificatie en waterstof. Van de geplande CCS-reductieprojecten betreft meer dan de helft blauwe-waterstofprojecten, een belangrijke stap in de transitie die ook de weg plaveit naar de overstap op groene waterstof.
De industrie werkt samen met de wetenschap en topsectoren aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van nieuwe energiedragers en productietechnieken. Deze innovatieroutes zullen vooral na 2030 hard nodig zijn om de industrie klimaatneutraal te laten produceren. Naar verwachting zullen deze technieken leiden tot nieuwe producten, productieprocessen en opbouw van nieuwe bedrijven en waardeketens. Nu al zien we dat ingezet wordt op technieken voor de langere termijn, waaronder circulaire technieken. Dit leidt de komende jaren tot ontwikkelresultaten in de vorm pilot-, demonstratie- en productie-installaties.
De industrie werkt samen met de wetenschap en topsectoren aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van nieuwe energiedragers en productietechnieken. Deze innovatieroutes zullen vooral na 2030 hard nodig zijn om de industrie klimaatneutraal te laten produceren. Naar verwachting zullen deze technieken leiden tot nieuwe producten, productieprocessen en opbouw van nieuwe bedrijven en waardeketens. Nu al zien we dat ingezet wordt op technieken voor de langere termijn, waaronder circulaire technieken. Dit leidt de komende jaren tot ontwikkelresultaten in de vorm pilot-, demonstratie- en productie-installaties.